Mysteries van het erfgoed
Als zijnde streek van legendes en mysteries, nodigt de regio Quimperlé u uit om aan de hand van megalieten, kapellen, kruisbeelden en andere overblijfselen uit het verleden de geschiedenis te herbeleven in dit kleine stukje in Zuid Bretagne.
De megalieten
Bron van mysterie en fascinatie, ontdek de overblijfselen van vroeger tijden, de megalieten. In het zuiden van de landstreek Quimperlé, in de gemeente Moëlan-sur-Mer, kunt u drie oude grafplaatsen, de allées couvertes (hunebedden) of dolmen genaamd, bezoeken.
De naam dolmen komt van het Bretonse « dol » wat « tafel » betekent en van « men » wat zoveel wil zeggen als « steen ».
Het hunebed van Kermeur-Bihan
Dit bouwwerk, nog in zeer goede staat en beschut door eiken, is met een lengte van 16 meter een van de grootste ! Bij dit hunebed zijn in 1882 opgravingen verricht. De archeoloog Paul de Châtellier ontdekte er een schat aan oude gebruiksvoorwerpen, onder ander geslepen bijlen, vazen, vuurstenen gereedschap en een kom.
Het hunebed van Kérandrège / Kercordonner
Dit kleine hunebed van elf meter is omdat ze uniek is, zeker een omweg waard. Tegenover de ingang van deze dolmen staat een menhir van drie meter. Het is het enige hunebed met deze bijzondere combinatie.
Volgens overleveringen was deze dolmen in vroeger tijden het verblijf van een kleine dwerg die haver verkocht.
Het hunebed van Kergoustance
Met een lengte van ongeveer 17 meter heeft dit monument een bijzonderheid ; de grafkamer bestaat uit twee delen. Tijdens opgravingen, in de loop van de 19e eeuw werd, met de vondst van een gallo-romaanse urn, bewijs geleverd voor Romeinse aanwezigheid.
Volgens de legenden, was deze dolmen een onderkomen van een aantal kleine dwergen die oude mensen en mensen die op weg waren naar de molen, uitnodigden om met hen rond dit hunebed te dansen.
In het noorden van de Landstreek Quimperlé, in de gemeente Scaër, kunt u de menhir Saint-Jean bekijken.
De Menhir van Saint-Jean
Deze menhir is bijzonder vanwege zijn afmeting. Met een lengte van meer dan acht meter is het de grootste in de Landstreek Quimperlé en de tiende ter wereld ! Het is intrigerend dat deze megaliet alleen staat maar men denkt dat hij deel heeft uitgemaakt van een groter geheel wat heden ten dage verdwenen is.
De kapellen, bronnen en kruisbeelden
Het rijke religieuze erfgoed in de landstreek Quimperlé doet beslist niet onder voor dat van de rest van Bretagne. Hieronder een selectie van enkele markante kapellen in dit gebied.
De kapel van Saint-Philibert in Moëlan-sur-Mer
Ontdek deze kapel uit de 16e eeuw met architectuur in laat gotische stijl. Gesitueerd in het hart van Moëlan-sur-Mer, was het vroeger onderdeel van een groter geheel. U kunt er ook een oud kerkhof, een kruisbeeld en een bron bezichtigen, beiden geclassificeerd als historisch monument.
De kapel van Sainte-Véronique in Bannalec
Ontdek deze kapel, verborgen onder het bladerdek van bomen. Als u eenmaal binnen bent, bewonder dan de originele muurfresco’s daterend uit de 12e eeuw en het houten beeld ter ere van Sainte-Véronique uit de 17e eeuw.
De kapel "la Clarté" in Querrien
Vroeger genaamd Onze-Lieve-Vrouwe-in-het-bos, wordt ze in de 17e eeuw omgedoopt tot Onze-Lieve-Vrouwe-van-het-licht. Bij deze gelegenheid onderging zij verscheidene verbeteringen : de aanbouw van een kerkschip, een koor en een klokkentoren. U kunt er verscheidene oude houten beelden bezichtigen met beeltenissen van heiligen. U vindt er ook het kruisbeeld van « la Clarté », een broodoven en een bron, een belangrijk onderdeel van een architectonisch geheel.
Volgens een legende zou de bron van « la Clarté » geneeskrachtige eigenschappen hebben. Vele pelgrims zijn er heengegaan om hun ogen te bevochtigen of te wassen in de hoop hun zicht te verbeteren of te beschermen.
De kapel van Coadry in Scaër
Deze kapel in Scaër is een geclassificeerd historisch monument en maakt onderdeel uit van de « Route des Peintres » (route van de schilders). De architectuur van deze kapel is opmerkelijk door de verschillende stijlen waarin hij gebouwd is. De kapel met een romaans schip werd gebouwd in de 11e eeuw, daaraan werd in de 14e eeuw een gotisch koor toegevoegd en drie eeuwen later de westelijke gevel.
Kapel Notre-Dame de la Paix in Clohars-Carnoët
Deze gotische kapel stond oorspronkelijk in Nizon (vlakbij Pont-Aven). Verwaarloosd en met enige regelmaat geplunderd, begon in 1956 een 10 maanden durende verplaatsing van de kapel naar Pouldu, in Clohars-Carnoët omdat deze gemeente geen gebedshuis had. De ramen zijn pas in 1958 geplaatst, vervaardigd door de hedendaagse kunstenaars Manessier en Le Moal…
Het kruisbeeld in Mellac
Het beeldhouwwerk van het kruisbeeld op het kerkhof is van uitzonderlijke kwaliteit. In het midden van de 15e eeuw werd gestart met de maak van dit meesterwerk maar ze werd pas voltooid aan het eind van de 19e eeuw. Het beeldt verscheidene religieuze figuren uit waaronder de Heilige Maagd Maria, Johannes de Doper, de aartsengel Michaël en Christus.
Bretonse legenden...
De legende van de kapel van Coadry
In vroeger tijden stond er een Keltische tempel bij Coadry maar met de komst van pater Ratien en Sint Candide, de patroonheilige van Scaër, verliep de evangelisatie zo snel dat de tempel in de vergetelheid raakte. Enige tijd later werd de graaf van Trévalot belegerd door zijn rivaal, de landheer van Coatform. Omdat hij minder manschappen had dan zijn tegenstander, zag de graaf al snel in dat een nederlaag onafwendbaar was.
Aangezien hij een vroom man was, begon de graaf te bidden en beloofde hij God om een kapel ter ere van Christus te bouwen als hij de strijd zou winnen. Toen hij zijn vijand overwon, haastte de graaf zich om te starten met de bouw. Om te bepalen op welke plek hij de kapel zou bouwen, spande hij een wagen met ossen in.
Hij besloot dat de kapel daar waar de ossen halt hielden gebouwd zou worden. Ze stopten op precies dezelfde plek als waar de overblijfselen van de oude Keltische tempel, overdekt met bramenstruiken, stond. De volgende dag al verzamelden de werklieden zich om te starten met de bouw. Ze zagen echter dat de bramenstruiken plaats hadden gemaakt voor een prachtige bloementuin, de stenen van de oude tempel netjes opgestapeld waren en een fundering vormden voor de nieuwe kapel en dat er ‘s nachts een bron ontsprongen was.
De bouw van de kapel vorderde snel maar er ontbrak nog een klokkentoren. Op dat moment kwam er een reus uit het bos en hij bouwde de toren. Het verhaal gaat dat de twee kruizen die er nu nog staan, ongeveer vijfentwintig meter uit elkaar, het graf van de reus markeren, één geplaatst bij het hoofdeinde, de andere bij zijn voeten.
Toen de bouw voltooid was en de graaf zich realiseerde dat de bron een grote geneeskrachtige werking had, maakte hij dat bekend en bouwde hij talrijke herbergen om alle pelgrims te kunnen ontvangen. Jammer genoeg werd de regio enige tijd later getroffen door hongersnood. De pelgrims die in grote getale kwamen, werden verantwoordelijk gehouden voor dit onheil.
Om dit probleem op te lossen, besloot de bevolking de kapel in brand te steken om zodoende de toevloed aan pelgrims een halt toe te roepen. Volgens een van de lezingen van de legende hagelde het na deze daad, uit de rook van de brand, ontelbare stenen met kruisen die vervolgens op de grond vielen.
Een andere versie verhaalt dat er een enorm noodweer losbarstte, vergezeld van een regen van stenen die kruisen hadden. Welke versie van de legende het ook was, de stenenregen had tot doel om de mensen er aan te herinneren dat de kapel van Coadry was opgericht ter ere van Christus. Deze stenen werden vervolgens talismannen die zouden beschermen tegen allerlei onheil. Zelfs nu fascineren deze stenen van Coadry en zijn ze onderwerp van bijgeloof.